Gisteren had ik een afspraak met dè Van Wittel-expert Laura Laureati. Hierbij kwamen meerdere onderwerpen aan de orde, zoals onder andere de tentoonstelling en de opdrachtgevers van Caspar die gelieerd waren aan de Colonna-familie. Over die tweede vertel ik graag een andere keer meer want voor vandaag had ik nog iets anders op het programma staan: de gebroeders Albani. Afgelopen donderdag vond ik namelijk in de Bibliotheca Hertziana een artikel over “fiamminghi” die werkzaam waren geweest in de Marche. Hierbij werd ook kort verwezen naar twee schilderijen van Urbino die Van Wittel voor de familie Albani.
Mijn interesse gaat voornamelijk uit naar de broers Annibale, Carlo en Alessandro Albani, zonen van Orazio Albani (1652-1712) en Maria Bernardina Ondedei-Zonghi (1651-1751). De broer van papa (als in vader) Orazio was Giovanni Francesco Albani (1649-1721), beter bekend als papa (als in paus) Clemens XI (vanaf 1700).
Annibale (1682-1751) was de oudste van de drie, geboren in Urbino op 15 augustus 1682. Hij werd kardinaal in 1711 en was zelfs lange tijd kardinaal-camerlengo (1719-1747). Er wordt gezegd dat hij deze posten op eigen merite had gekregen omdat zijn oom paus Clemens XI er om bekend stond dat hij een hekel had aan nepotisme. Maar het kon natuurlijk zeker geen kwaad om de neef van de paus te zijn! Annibale was een fan van het werk van Van Wittel, op zijn uitnodiging maakten Caspar en zoon Luigi een reis naar Urbino in 1719.
Alessandro (1692-1779) was de jongere broer van Annibale en Carlo en hij was net als Annibale kardinaal (vanaf 1721). Hij was jurist en stond voornamelijk bekend om zijn enorme collectie van antiquiteiten.
Alessandro was eigenlijk de grootste kunstmecenas maar in het geval van het werk van Van Wittel was het vooral Annibale die zijn schilderijen verzamelde. Annibale hield zich veel op in Urbino, dichtbij zijn schilderijencollectie, waarin een stuk of 20 schilderijen van Van Wittel te vinden waren. En Annibale was ook een belangrijk lid van de Congregazione dei Virtuosi al Pantheon (een genootschap van kunstenaars dat onder pauselijk gezag stond), waar Van Wittel al in 1868 lid van was geworden. Maar alhoewel Annibale meer als Van Wittels beschermheer optrad, was toch ook Alessandro geïnteresseerd in zijn werk. In 1718 (rond dezelfde tijd als het bezoek van Van Wittel aan Urbino) kocht hij een aantal schilderijen waaronder in ieder geval één werk van Van Wittel. En een paar jaar voor het overlijden van Alessandro, in 1775, bevonden er zich maar liefst 24 werken van Van Wittel in paleis Albani in Urbino. Datzelfde aantal was in de negentiende eeuw nog steeds in de familiecollecties te vinden, verdeeld over de drie residenties van de familie. De familie Albani bezat allerlei verschillende vedute, zowel van Urbino (de geboorteplaats van de gebroeders Albani) als van residenties van de familie Albani als de bekende plekken van Rome zoals gezichten op de Sint Pieter en Castel Sant’ Angelo, maar ook vedute van Tivoli, Napels en fantasielandschappen.
Anders dan zijn twee broers werd Carlo (1687-1724) Albani geboren in Rome en werd hij geen kardinaal. Als edelman kon hij grote rijkdom verwerven, mede door de steun van zijn oom de paus (hoezo was paus Clemens XI geen fan van nepotisme?). In 1715 kocht hij het leengoed van Soriano in Cimino (Lazio) van de familie Altemps en in 1721 kreeg hij van paus Innocentius XII (de opvolger van Clemens XI) de titel van prins op dat leengoed. Waarmee hij zich dus prins Carlo Albani kon noemen. Nu is hij voor mijn onderzoek minder interessant omdat hij voor zover ik heb kunnen vinden geen werken aankocht van Van Wittel. Caspar heeft wel een vedute gemaakt van het paleis in Soriano, maar dit was waarschijnlijk in opdracht van Annibale. Toch is er altijd wel weer een linkje te leggen ergens. Carlo trouwde namelijk op 4 april 1714 met gravin Teresa Virginia Borromeo Arese. Deze dame was de dochter van Carlo Borromeo Arese en zijn vrouw, Giovanna Odescalchi. Niet alleen was Giovanna de zus van Livio I Odescalchi, een belangrijke opdrachtgever van Van Wittel, ook was Carlo Borromeo van 1710 tot 1713 onderkoning van Napels. En wie waren hem in die functie voorgegaan? Juist! Lorenzo Onofrio I Colonna (onderkoning 1687-1688) en Luis Francisco de la Cerda y Aragón (onderkoning 1696-1702). En laten dat nu zo ongeveer de twee belangrijkste opdrachtgevers van Van Wittel zijn geweest!
Wat vind je toch veel! Leuk.
En wat een goed verzorgde blog.
LikeGeliked door 1 persoon