Fedecommesso

Zoals ik al schreef in mijn laatste blog vanuit Rome, was ik die laatste zaterdag naar Palazzo Colonna om daar hun nieuwste publicatie over de Colonna-familie en Van Wittel te kopen. Ondanks dat het een redelijk dun boekje is, 63 pagina’s en veel afbeeldingen natuurlijk, was het er tot nu toe nog niet van gekomen hier eens echt voor te gaan zitten.

Op de flaptekst aan het begin van het boek valt te lezen dat de 39 schilderijen die in het boekje beschreven staan onderdeel zijn van de “collezione fidecommissa” van de prinsen Colonna. Een begrip dat misschien niet iedereen kent, dus het waard om een klein stukje aan te wijden šŸ˜‰

Veel bezitters van bijzondere en/of kostbare verzamelingen in de zeventiende eeuw maakten zich zorgen dat hun met zorg samengestelde collectie na hun dood uit elkaar zou vallen. Vooral voor de Romeinse adel en curie was dit een bron van zorg. Door de jaren heen van vader op zoon overgedragen familiebezittingen konden zomaar in een paar generaties enorm verspreid raken of doordat er geen kinderen waren geërfd worden door een andere tak van de familie. De oplossing hiervoor lag in het gebruik van de fedecommesso, in het Nederlands: fideï-commis. Hierbij werd testamentair vastgelegd dat een bepaald deel van een erfenis onvervreemdbaar was en aan een aangewezen persoon moest toevallen. De term fedecommesso is een combinatie van de Latijnse woorden fides (vertrouwen) en committere (te plegen) en betekent zoveel als iets aan iemand toevertrouwen. Dit bestond naast het gebruikelijke primogeniture, of eerstgeboorterecht, waarbij het eerstgeboren mannelijke kind de familiebezittingen erft, hierbij eventuele broers of zussen passerend.

Belangrijke collecties werden middels de fedecommesso intact gehouden en behouden. Voor hooggeplaatste geestelijken als de paus of zijn nepoten was de fedecommesso een manier om grond, geld of andere bezittingen in de familie te houden. Zeker in de periode dat er zeer kritisch werd gekeken naar het nepotisme dat hoogtij vierde in Rome. Het waren dan ook juist die hooggeplaatste geestelijken die als eersten gebruik maakten van de fedecommesso. Oorspronkelijk een regeling uit de tijd van het Romeinse Rijk werd de bepaling nieuw leven ingeblazen door paus Urbanus VIII (Maffeo Barberini, 1568-1644, paus van 1623-1644). In 1662 werd een beschikking van paus Urbanus VIII bekend gemaakt waarin hij teruggreep op de regeling. Zijn voorbeeld werd gevolgd door paus Clemens X (Emilio Altieri, 1590-1676, paus van 1670-1676) in wiens testament uit 1672 de fedecommesso als rechtvaardiging werd gebruikt om het bezit van de paus aan de familie Altieri te vermaken. De eerste kardinaal die gebruik maakte van de fedecommesso was kardinaal Francesco Barberini (1597-1679), niet geheel ontoevallig een neef van Urbanus VIII. In zijn testament (opgesteld op 6 april 1678) bepaalde hij dat zijn kunstcollectie en bibliotheek in hun geheel in handen moest komen telkens van de eerstgeborene van de Barberini-familie. Hiermee werd het recht van de eerstgeborene netjes gehanteerd en werd de collectie toch volledig bij elkaar gehouden. Al snel maakten ook veelĀ adellijke families gebruik van de fedecommesso-bepaling. Hierdoor bleven collecties niet alleen in stand maar konden vaak nog eens verder uitgebreid worden door de erfgenamen omdat deze er zeker van waren dat hun verzameling in zijn totaliteit zou blijven voortbestaan. De schilderijencollectie van de familie Colonna is hiervan niet het minste voorbeeld. Dankzij de bepaling heeft deze collectie tot op de dag van vandaag niet alleen haar opbouw behouden maar is zij daarnaast nog steeds op haar originele locatie te vinden in Palazzo Colonna. En zoals de flaptekst zegt te bezichtigen in de “Sala del Vanvitelli dell’Appartamento della Principessa Isabella”.

Sala-del-Vanvitelli

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: