Neven van de paus

De jonge Caspar van Wittel arriveerde waarschijnlijk in het najaar van 1674 in Rome, waar op dat moment Emilio Altieri als paus Clemens X aan het hoofd stond van de katholieke kerk. Vorige week was ik voor een lezing die ik gaf over Caspar van Wittel op zoek naar de verschillende pausen in de 17e eeuw vanaf het moment dat Caspar aankwam in Rome en ik kwam onderstaande overzichtje tegen op wikipedia (iets ingekort om hier te kunnen tussenvoegen).

pausen

De paus was natuurlijk een van de meest gewilde opdrachtgevers in Rome maar bijna net zo goed was de neef van de paus, in de meeste gevallen de kardinaal-nepoot of kardinaal-neef (een kardinaal die door de paus gepromoveerd werd, waarbij de paus meestal een oom was of een andere directe bloedverwant).

Van Wittel werkte in ieder geval voor de neven van tenminste drie van deze pausen en dat wil natuurlijk wel wat zeggen over zijn reputatie en status in het Rome van eind zeventiende eeuw!

Don Livio I Odescalchi (1658-1713) was een neef van paus Innocentius XI (paus van 1676 tot 1689) maar deze paus was fel gekant tegen nepotisme dus tijdens zijn pontificaat moest Odeschalchi een laag profiel houden. Na het overlijden van de paus nam de carrière van Odeschalchi echter een enorme vlucht. Hij onderhield relaties met allerlei hooggeplaatste Europese mensen als Christina van Zweden en Maria Casimira, de weduwe van de koning van Polen die hij van 1699 tot 1702 onderdak bood. In 1691 kocht hij zelfs een deel van de collectie van Christina van Zweden aan. In 1693 nam hij van de inmiddels verarmde familie Orsini het kasteel van Palo over en drie jaar later het leengoed Bracciano, waardoor hij zich hertog van Bracciano mocht noemen. Odescalchi was een groot bewonderaar en verzamelaar van vedute en bezat bij zijn overlijden in 1713 volgens de inventaris 19 originele Van Wittel plus 37 kopieën.

Kardinaal Pietro Ottoboni (1667-1740) was een achterneef van paus Alexander VIII (1689-1691). Hij werd in 1689 door de net nieuw gekozen paus aangesteld als kardinaal en ontpopte zich tot een ware kunstmecenas. Hij zou later de pauselijke collectie erven die bestond  uit meer dan 300 schilderijen, wandtapijten, zilverwerk en de beroemde bibliotheek van Christina van Zweden. Hij was vicekanselier van de Heilige Roomse Kerk waardoor hij het  Palazzo della Cancelleria als residentie had, geen slecht woonhuis 😉 Vanaf 1692 was hij ook de beschermheer van de Compagnia dei Virtuosi al Pantheon, een kunstenaarsgenootschap waar ook Van Wittel toe behoorde. Tot aan zijn dood in 1740 was Ottoboni ongeëvenaard in Rome voor wat betreft patronage van de kunsten, maar hij liet dan ook een gigantische collectie na. Klein nadeel aan deze erfenis was echter wel dat de kardinaal ook maar liefst meer dan 170.000 studie aan schulden naliet! Hij bezat bij zijn overlijden tenminste 9 vedute van Van Wittel maar waarschijnlijk zelfs 15 vedute (dit aantal komt uit een onuitgegeven inventaris) waaronder de Veduta del Convento di San Paolo ad Albano waarop het bezoek van paus Clemens XI (Albani) in 1710 aan het klooster van sint Paulus staat afgebeeld. Dit heeft Ottoboni waarschijnlijk laten afbeelden omdat hij de toenmalige abt was van het klooster in kwestie.

albano

Het bezoek werd dus afgelegd door de Albani-paus Clemens XI en ja hoor, ook deze paus had neven: Annibale Albani (1682-1751) en zijn jongere broer Alessandro Albani (1692-1779). De beide broers waren allebei kardinaal en de oudste was zelfs kardinaal-camerlengo. In hun gezamenlijke collectie waren er ruim 20 Van Wittels. Alhoewel vooral de jongere broer Alessandro bekend stond als mecenas, was het in het geval van Van Wittel juist Annibale die zijn schilderijen verzamelde. Annibale Albani was ook een belangrijk lid van de Congregazione dei Virtuosi al Pantheon en waarschijnlijke kenden de kardinaals Ottoboni en Albani elkaar goed. De familie Albani is ook erg zuinig geweest op hun Van Wittel want de 24 doeken die een paar jaar voor het overlijden van Alessandro in 1775 werden geteld in de collectie waren in de negentiende eeuw nog steeds te vinden in de collecties van de in totaal drie residenties van de familie.

Al met al werkte Van Wittel dus na zijn aankomst in Rome voor het grootste deel van de zeventiende-eeuwse pauselijke families, geen slechte prestatie!

Eén gedachte over “Neven van de paus”

Plaats een reactie