Van de ontwerptekening die boven aan mijn blog van zaterdag 18 april 2020 staat, heeft onze vriend Caspar voor zover wij weten slechts één enkel schilderij gemaakt. Dit schilderij, de Veduta della Strada di Porta Pincina hangt in het Museo di Roma in Palazzo Braschi. Op de plek van dit museum stond in de tijd dat Van Wittel in Rome rondliep de zogenaamde ‘Torre Orsini’. In mijn lezingen vertel ik over de Genuese kunsthandelaar Pellegrino Peri (voor wie Caspar ergens in zijn eerste jaren in Rome werkte) die zijn bottega gevestigd had in dit gebouw. Hier wordt namelijk naar verwezen als “sotto il Palazzo del Duca di Bracciano” en de hertog van Bracciano was een Orsini. Tenminste, tot 1696, toen de laatste hertog (en prins) Flavio Orsini zich onder een enorme schuldenlast gedwongen zag het paleis en de hertogelijke titel te verkopen aan Livio Odescalchi (ons ook wel bekend als een van Caspars belangrijkste opdrachtgevers).

Flavio Orsini (1620-1698) werd in Rome geboren als tweede zoon van de toenmalige hertog van Bracciano, Ferdinando Orsini, die behoorde tot de meest illustere en machtige tak van de toch al zeer belangrijke Orsini-familie. Hij trouwde twee keer, in 1642 met Ippolita Ludovisi en nadat hij weduwnaar was geworden, in 1674 met Marie-Anne de la Trémoille. Dit laatste huwelijk duurde maar liefst 23 jaar maar daarvan brachten zij er maar negen samen door omdat Marie-Anne nogal vaak te vinden was aan het hof van Lodewijk XIV om daar de belangen van haar en haar man te verdedigen. Flavio Orsini woonde afwisselend in het familiepaleis aan de zuidkant van Piazza Navona (wat overigens ook wel het palazzo ‘a Pasquino’ werd genoemd omdat het beroemde pratende beeld hier vlakbij stond) en het paleis in Bracciano.
Bij de dood van zijn vader in 1660, werd Flavio Orsini de vijfde hertog van Bracciano maar daarnaast had hij nog veel andere titels zoals hertog van Sangemini, prins van Nerola, prins van Scandriglia en hij was een grande van Spanje (hoge adel). Met prins Colonna (ja, die ja) deelde hij de eretitel van principe assistente al Soglio Ponteficio, wat zoveel betekende als dat de beide heren het recht hadden afwisselend tijdens plechtigheden aan de rechterzijde van de paus plaats te nemen. Hij had ook vanaf 1653 de rang van buitenlandse prins aan het hof van Turijn en werd in 1671 de Venetiaanse adelstand toegekend.

Flavio Orsini stond in het middelpunt van een uitgestrekt netwerk van correspondentie tussen Europese rechtbanken, waaronder die van Parijs, Wenen en Madrid. Daardoor kon hij als bemiddelaar optreden aan de verschillende buitenlandse en pauselijke rechtbanken. Zoals gezegd hadden hij en zijn tweede vrouw goede banden met het Franse hof en in Rome werd hij beschouwd als het hoofd van de pro-Franse fractie. Binnen de Romeinse adel waren er grofweg twee tegengestelde kampen, de pro-Franse en de pro-Spaanse, die afwisselend de boventoon voerden. Wisseling van de macht was meestal het directe gevolg van de overgang van de ene naar de andere paus. Orsini’s uitdrukkelijke standpunten brachten hem echter nogal eens in moeilijkheden aan het pauselijke hof en in 1688 werd hij zelfs gedwongen van partij te veranderen. Lodewijk XIV reageerde daar op door het pensioen dat hij eerder in 1666 aan Orsini had toegekend uit te keren aan de arme bevolking van Rome.
Flavio Orsini verwaarloosde zijn familiebezittingen en was qua gezondheid zeer onstabiel, wat voortdurend financiële moeilijkheden veroorzaakte en uiteindelijk tot een faillissement leidde. In 1678 moest hij het familiepaleis in Rome te koop zetten, maar in eerste instantie vond hij hier geen kopers voor. Daarop verkocht hij eerst een aantal andere landeigendommen van de familie maar het mocht niet baten en in 1690 ging dan toch het paleis in Rome over in de handen van Livio Odescalchi.
Flavio Orsini was een groot muziekliefhebber en had meerdere muzikanten in dienst. Hij schreef ook zelf libretto’s en andere teksten om op muziek gezet te worden. Onder de door Orsini beschermde muzikanten waren Alessandro Stradella, Ercole Bernabei, Alessandro Scarlatti, Bernardino Pasquini en Paolo Lorenzani (om er maar een paar te noemen).
Hé, maar wacht eens even, die naam Lorenzani kennen we toch? Jazeker, Paolo Lorenzani was de broer van Giovanni Lorenzani, Caspars schoonvader. Sterker nog, Caspar schoonvader schreef theaterstukken die opgevoerd werden bij belangrijke gelegenheden zoals jawel, het huwelijk van Flavio Orsini in 1675.
En zo zijn we weer beland bij Caspar zelf die onderstaand schilderij maakte van de (omgeving van de) Chiesa di Santi Marcellino e Pietro, waar Flavio Orsini een van de beschermheren van was.

Weer een mooi verhaal. Maak je er een boek van?
LikeGeliked door 1 persoon
Wat is het toch heerlijk om je verhalen te lezen. Dank.
LikeGeliked door 1 persoon